De zanger moet trachten altijd vrolijk, hoffelijk en licht te zingen.
Het komt niet op zijn innerlijk leven aan, maar hij moet het zichzelf opleggen de luisteraar de inhoud eerder te refereren dan uit te drukken.
Daarbij moet de gekunstelde koude, valse objectiviteit, uitdrukkingloosheid vermeden worden, want uiteindelijk komt het op de zanger aan.
(citaat van Hanns Eisler)